Vingerhoeden van Cloisonnee
Bron: Tijdschrift Prachtvondsten 27e Jaargang nr.108/2011-2 Pag.12-13-14-15——————–Tekst: Friedy en Gerrit Kamp
Banner: From Wikimedia Commons, the free media repository
Wie kent ze niet: de prachtige sierschalen en vazen in Chinese restaurants, vervaardigd van koper en als een mozaïek versierd met allerlei afbeeldingen. De techniek noemen we cloisonne techniek noemen we cloisonné.
Cloisonné is een op zichzelf staande kunst en kan niet zondermeer gerangschikt worden onder emailleerwerk want ook porselein kent cloisonne en daar komt geen emaille aan te pas. Het franse woord “cloison” betekent “dijk” en daarmee wordt reeds aangegeven dat er opstaande randjes, tussenschotjes, op een voorwerp aangebracht worden waardoor er open vlakjes ontstaan die opgevuld kunnen worden met allerlei kleuren email. Het uitzettings en inkrimpingsprocespercentage bij het branden en afkoelen moet gelijk zijn aan dat van het materiaal waar op geëmailleerd wordt. Kunstenaars gebruiken het liefst koper als ondergrond terwijl edelsmeden zilver of goud gebruiken. Email voor cloisonné wordt heden ten dage voornamelijk in poedervorm verwerkt.
De geschiedenis van het cloisonné gaat terug tot het oude Egypte waar men reeds gouden voorwerpen vervaardigde met de boven beschreven tussenschotjes en vervolgens de open vlakjes opvulde met edelstenen in de kleuren terra, wit en lapis lazuli, die qua kleur schitterend contrasteerde met het goud. Rond 900 na Chr. Gebruikten de Byzantijnen dezelfde techniek, eveneens op gouden voorwerpen. Zij waren het die voor het eerst een soort glaspasta verwerkten dat tussen de dijkjes aangebracht werd. Bij het branden op hoge temperaturen smolt de pasta, hechtte zich aan het metaal en na afkoelen schitterden de kleuren in hun volle pracht net als op goud.
Het is niet bekend wanneer de techniek naar China gebracht is. Men vermoedt zelfs dat de Chinezen het zelf ontwikkeld hebben. Zij gebruikten namelijk al heel vroeg koperen draadjes in porselein om de verschillenden glazuurkleuren van elkaar te scheiden. In Limoges, Frankrijk, ontwikkelde zich de cloisonné techniek reeds vanaf de 12e eeuw. Zij gebruikten het, net als de Chinezen, allereerst voor porselein maar ook voor koperen voorwerpen. Ongeveer 1500 na Chr. Werd emailpoeder ontwikkeld dat hetzelfde uitzettingscoëfficiënt had als zilver en koper.
Het meeste cloisonné stamt echter uit China, en vormt reeds eeuwen lang een deel van de Chinese cultuur. Vooral de 1-1,5 meter hoge vazen oogsten bewondering…
Het vervaardigen van cloisonné bestaat uit meerdere stappen en is goed te zien op de video onder de link.
Vele voorwerpen van cloisonné zijn kunstige meesterstukjes, zo mooi , zo verschillend en zeer gecompliceerd. De kunstenaars leggen een perfectionisme aan de dag waarmee zij zichzelf blijkbaar iedere keer weer in precisie en creativiteit overtreffen.
Chinese lak
Vaak wordt cloisonné gecombineerd met rode, Chinese lak. Ook dit is een zeer oud procede, de oudst bekende voorwerpen dateren van omstreeks 430 v.Chr. De lak wordt, net als rubber, als sap uit een boom gewonnen. Deze bomen groeien alleen in China en Japan.
Plique-à-jour (Frans voor ‘daglicht binnenlaten ‘) is een glasachtige emailleringstechniek waarbij het glazuur in cellen wordt aangebracht, vergelijkbaar met cloisonné , maar zonder ruglaag in het eindproduct, zodat licht door het transparante of doorschijnende glazuur kan schijnen . Het is in feite een miniatuurversie van glas-in-lood en wordt technisch gezien als zeer uitdagend beschouwd: hoog tijdverbruik (tot 4 maanden per item), met een hoog uitvalpercentage. De techniek is vergelijkbaar met die van cloisonné , maar met een tijdelijke achterkant die na het bakken wordt opgelost door zuur of weggewreven. Een andere techniek is uitsluitend gebaseerd op oppervlaktespanning , voor kleinere gebieden. In Japan staat de techniek bekend als shotai-jippo (shotai shippo), en wordt gevonden vanaf de 19e eeuw.
Voor het volledige verhaal van Friedy en Gerrit met de bijbehorende foto’s klik hier