Meissen

Ongeëvenaard, tijdloos, kunstzinnig en waardevol, zomaar een paar kreten om dit hoogwaardig porselein uit Duitsland te beschrijven…
Ik ben de trotse bezitter van onderstaande 6 vingerhoeden….het zijn beslist de mooiste vingerhoeden uit mijn collectie….

Iets over de fabricage van deze kostbaarheden staat onder de foto. Hartelijk dank aan de auteurs van dit stuk…zonder hen had ik deze informatie niet kunnen delen!

Bron: Prachtvondsten nr.104-105-2010 door Friedy en Gerrit Kamp

Meissen : 310 jaar Europees Porselein

Daatselaar AntiquesWe gebruiken het dagelijks in de keuken, de badkamer en elders in huis, op het werk en in de industrie; we zetten het neer voor de sier: porselein! Kijkt u eens rustig om u heen op de plaats waar u dit leest, u zult ongetwijfeld een stukje porselein in uw directe omgeving ontdekken.

Dit is echter niet altijd zo geweest! De tijd dat de meeste gebruiks-en siervoorwerpen uit broos en breekbaar aardewerk of uit tin bestonden ligt pas drie eeuwen achter ons. De ontdekking van het porselein heeft alles in het bestaan van de mens veranderd. Er is al veel gezegd en geschreven in de literatuur over Meissen porselein in zijn algemeenheid, op deze site zal het nu gaan over de vingerhoed van Meissen!

Chinees Porselein

Aanvankelijk brachten Portugese schepen, en later de VOC , het tere porselein mee vanuit het verre Oosten. Het Europese continent stond perplex. Hier zag men vazen en serviesgoed van een materiaal dat bijna net zo sterk was als ijzer, doorzichtig als een eierschaal en met de wonderlijkste figuren fijn beschilderd.

De schoonheid van deze voorwerpen werd alom door vorstenhuizen geprezen en begeerd: het porselein werd al spoedig tot verzamelobject verheven. In die dagen behoorde Augustus de Sterke,  koning van Polen en Keurvorst van Sachsen, een van de meest gepassioneerde verzamelaars. Hij bezat reeds een grote collectie schelpen, allerlei voorwerpen van zilver en goud bezet met edelstenen (veel is nog steeds te zien in Dresden) maar deze verbleekten echter in zijn ogen bij het zien van de schitterende porseleinen voorwerpen uit het land van de rijzende zon. Hij had er alles voor over om deze stukken in handen te krijgen. Zo kocht hij eens 151 prachtige, grote Chinese vazen en betaalde ze met 600 soldaten! Natuurlijk begonnen pottenbakkers in Europa naarstig te zoeken naar het geheim van de samenstelling van dit Chinese porselein, maar hoe men ook zocht, het bleek een onmogelijke opgave te zijn om achter de formule te komen!

Het eerste Europese Porselein

In 1708 lukte het echter Johann Friedrich Bὂttger, na systematisch onderzoek samen met Von Tschirnhaus en nog enkele andere experts, bekend met smelten onder hoge temperaturen, de juiste samenstelling van porselein te vinden. Aanvankelijk nog bruin, want hij beschikte nog niet over de witte kleisoort kaolien, maar de dichtheid aan porselein was maatgevend. Aardewerk is namelijk poreus maar porselein is absoluut dicht: het laat geen vocht door. Met de ontdekking van porselein werd in 1710 de eerste porseleinfabriek te Meissen opgericht en wel in de hooggelegen Albrechtsburcht,om het geheim zo goed mogelijk te bewaren. Alles was nieuw en elke bewerking moest nog ontwikkeld worden. Men liet potenbakkers vanuit Delft komen om het het draaien op de schijf te leren en trok beeldhouwers aan om figuren te kunnen maken. Ook schilders uit Delft waren welkom, zij beheersten de techniek om op poreus, ongeglazuurd aardewerk te schilderen. Er was één probleem: aardewerk werd op een veel lagere temperatuur gebakken en de verf die daarvoor geschikt was, hield geen stand bij de 1400 graden waarmee porselein gebrand werd. Daarom was het een grote aanwinst voor Meissen toen een schilder met de naam Johannes Gregorius Hὂroldt uit Oostenrijk zich aandiende. Deze heeft gaandeweg in zijn eigen laboratorium vele kleuren ontwikkeld welke bestand waren tegen de hoge brandtemperaturen. Hij gebruikte daarvoor namelijk metaaloxiden zoals kobalt (donkerblauw), koper(groen), chroom(donkergroen) enz. Op bevelvan Augustus de Sterke legde hij de recepten van al zijn verfexperimenten vast in boekwerken, waar Meissen nog altijd over beschikt. Hὂroldt maakte talloze schetsen van allerlei afbeeldingen die hij op het Chinese porselein vond. Deze schetsen bestaan nog altijd en worden nog altijd als voorbeeld gebruikt bij de vele chinoiserieën die de Meissen schilders maken. Na enkele jaren maakte Hὂroldt zich los van deze Oost Aziatische voorbeelden en lukte het hem om het Europese porselein een eigen, individuele stijl te geven.

De beroemde blauwe zwaardjes.

Aanvankelijk was Meissen de enige porseleinmaker en vond men het niet nodig o een kenmerk er op aan te brengen. Echter nog voor er tien jaar verstreken waren, rezen de porseleinfabriekjes als paddenstoelen uit de grond. Bovendien werden de motieven van Meissen ijverig nagebootst door andere schilders. Daarom werd vanaf 1728 definitief besloten het originele Meissen van twee gekruiste zwaardjes te voorzien. Deze zwaardjes , die onder het glazuur aangebracht worden, hebben in de loop van de tijd meerdere veranderingen ondergaan tot wat ze vandaag zijn. Er worden speciaal schilders opgeleid om de zwaardjes te schilderen: zij schilderen er wel 1000 per dag. De grootte en de plaats waar de zwaardjes aangebracht worden is voor ieder voorwerp nauwkeurig vastgesteld.

Onderglazuur beschildering.

Het meest bekend van alle motieven is wel het “Zwiebelmuster” motief (uienmotief). Het origineel stamt uit 1739, maar dit was in vele opzichten nog erg pompeus. In de loop van de tijd heeft men het steeds meer vereenvoudigd tot zijn huidige vorm; het is nog steeds erg populair. Een ander, ook heel populair motief is de groene wijnrank, eveneens onder glazuur geschilderd. Dit stamt uit 1817. De diepe, warme kleur van het groen steekt schitterend af tegen het spierwitte porselein.

Tekenschool

Om de schilders optimaal te kunnen opleiden, werd in 1764 een eigen tekenschool door Hὂroldt opgericht. De schilders leerden om zijn ontwerpen precies te kunnen navolgen; deze vorm van onderricht is tot op heden gebruikelijk, zodat de motieven van Hὂroldt net als toen op precies dezelfde wijze geschilderd worden. De schilders hebben een palet van 36 bloemen ter beschikking waarmee ze vrij kunnen schilderen. De enige beperking die zij hebben is de opdrachtgever, de klant. Deze bepaalt welke bloemen hij op het serviesgoed wil en hoeveel per item. Voor iedere bloem meer moet extra betaald worden.

Naast bloemen zijn er uiteraard andere natuurlijke motieven die gebruikt worden zoals vogels, insecten, vlinders, vissen, fruit en groente.

Indische schilderstijl

Er worden verschillende stijlen gedecoreerd. De oudste stijl is het Indische schilderwerk, zo genoemd naar alles wat met het verre Oosten te maken had. Deze schilderstijl kent vastgestelde motieven tevens is de plaats waar de motieven zich op het serviesgoed bevinden nauwkeurig vastgelegd. Een schilder heeft 8 a 10 jaar nodig om deze stijl goed te beheersen. Deze manier van schilderen wordt met een pen gedaan, niet met een penseel.

Ook worden sommige kleuren twee tot drie over elkaar in lagen geschilderd waardoor de kleuren heel intens helder werken. Tussendoor gaat het object telkens weer de oven in, met alle risico’s van dien; tevens medebepalend voor de prijs.

Chinese symboliek

De symboliek van de motieven, die overgenomen werden van de Chinese cultuur, was voor de Saksische schilders totaal onbekend. Men gaf namen aan de verschillende designs, die echt nergens op sloegen, wat dacht u van bijv.: “oude gele leeuw” (een tijger ) “Indische rots met bloemen”(rijk beschilderd motief met allerlei bloemen) “ Indische vogel”( een motief met rotsen en bloemen waar een vogel met kroontje op prijkt, alles in zachte purperen kleuren). Pas vele jaren later zou men de werkelijke betekenis van al deze motieven te weten komen: nu ze beken zijn, worden de oude schilderingen alleen maar interessanter. Het zou te ver voeren ze alle te behandelen, daar is een prachtig boek over verschenen: “Die Botschaft des Drachen” door Hans Sonntag.

Hὂroldts beschilderingen bleven ongeëvenaard. Een heel sterke kant van hem was het alledaagse Chinese leven, uitgebeeld met fantasierijke attributen en Chinezen die veel leken op Saksen…”Chinoiserieën” worden deze afbeeldingen genoemd. U vindt ze op vazen, borden en allerlei andere porseleinen voorwerpen. Vingerhoeden met Chinoiserieën zijn door de fijne, tijdrovende beschilderingen zeer kostbaar, de afbeelding wordt n.l. in een cartouche geschilderd, omringd door felle kleuren geel, groen, purper of turkoois.

Tegelijk met deze Chinese afbeeldingen kwamen de draken. Nog steeds een geliefd motief, draken zijn in China immers een symbool voor geluksbrengers.  Zo is de hofdraak voorbehouden aan leden van het Koninklijke hof van Saksen ( tot voor WOII) en speelt de Mingdraak, ook koninklijk, altijd met een parel en een munt.

Antoine Watteau

In de tweede helft van de 18e eeuw ontstond een tendens om een eigen, Europese stijl te ontwikkelen. Niet langer waren de figuren abstracte wezens uit een betere wereld, nu werden het herkenbare mensen: soldaten, jagers, dames, heren en dienstbodes. Meissen deed een stap vooruit naar de realiteit om zich heen. Geen Chinese voorbeelden meer, nee, nu waren het de Europese schilders die de toon zetten. Hὂroldt ging zich meer interesseren voor Franse en en Duitse schilders, kocht hun werken aan en maakte deze vervolgens geschikt voor porseleinbeschildering. Een groot schilder uit die tijd was de Fransman Antoine Watteau. Deze streefde er naar de interesse in kleuren en beweging te doen herleven. Van hem zijn vele kleurrijke, idyllische tafereeltjes van verliefde paartjes bekend. Met Watteau als voorbeeld maakte Hὂroldt zich los uit de knellende banden van het Chinese schilderwerk en leidde hij Meissen een geheel nieuw tijdperk binnen.

Beschilderingen in de stijl van Watteau zijn zeer kostbaar. Van daar uit is de overstap naar kopergroene beschilderingen niet meer zo groot. Zoals de naam al doet vermoeden, ligt koper ten grondslag aan dit groen; het is op zichzelf reeds een zeer kostbare kleur. Het groen is helder en straalt je als het ware tegemoet. Meestal wordt dit gecombineerd met zacht beige, wat een prachtig effect geeft. Het eerste servies met kopergroene versiering werd vervaardigd ter gelegenheid van de bruiloft van koning Augustus dochter. (zie foto boekje)

Iedere schilder heeft zijn eigen “handschrift”. Zoals je een Vermeer van een Frans Hals kunt onderscheiden, zo is ook het verschil in werk van de Meissen schilders goed te herkennen. Daarom wordt een servies dan ook maar door één persoon beschilderd. Iedere schilder heeft zijn eigen registratie nummer dat op het porselein aangebracht wordt. De gedachte hier achter is, dat wanneer een onderdeel van het servies breekt, de juiste schilder ( mits deze nog in dienst is) het stuk weer opnieuw maakt zodat het niet afwijkt van de overige serviesdelen. 

Kopergraveur Johann Elias Ridinger

Op zijn gravures worden veel dieren aangetroffen, met name paarden, jachthonden, herten, wilde zwijnen; maar ook hele jachtscènes. Vingerhoeden met deze taferelen zijn zeer geliefd. In die tijd werd heel anders gedacht over de jacht dan tegenwoordig. Er was immers wild in overvloed en het was een uitstekend tijdverdrijf voor de gegoede klasse….

Soldaatje spelen was ook een geliefd tijdverdrijf. Hele gevechten werden nagebootst en van deze schijngevechten werden ook afbeeldingen gemaakt….die op een vingerhoed terecht kwam…

Prachtig zijn de vingerhoeden met koopvaardijtaferelen. De handel met het verre Oosten was een belangrijke bron van inkomsten, denk maar aan de VOC. Voor de thuisblijvers ontstond een beeld van verre landen met geheimzinnige aantrekkingskracht, uitgebeeld door de verre horizon. Altijd staan enkele mensen op de voorgrong en wordt het oog de verte ingetrokken, naar een onbekende, betere wereld. Deze vingerhoeden waren reeds rond 1740 bekend: Meissen kan ze echter nog steeds maken (2010) met dezelfde precisie als destijds.

Tot dat moment was ales nog Chinees en had alles een Chinese benaming: Chinese vogel op tak; Indische rotsen met water, exotische vogels….In die periode ontstond een tendens om eigen flora en fauna te gaan schilderen. De eerste Duitse vingerhoeden kregen dus ook de naam: Duitse bloem, Duitse vogel enz.  De Europese vogels zijn prachtig; iedere vogel weer op een andere manier geschilderd…

Topdesigners

Gedurende de drie eeuwen van haar bestaan heeft Meissen behalve Höroldt verschillende topdesigners in huis gehad. Zo is daar bijvoorbeeld professor Heinz Werner die een bijzondere stempel op Meissen gedrukt heeft. Hij ontwierp in de tweede helft van de 20e eeuw een geheel nieuwe lijn. Zijn sterke kant was het ontwerpen van porseleinen tableaus, vanaf miniatuur tot boven dimensionaal. Heel bijzondere heeft hij ontworpen, zoals de vier seizoenen. In de stationshal van Dresden hangt een enorm tegeltableau van zijn hand.

Een heel bijzondere lijn van hem is die van de sprookjes van 1001 Nacht…Scherezade die haar leven rekte met het vertellen van sprookjes….

Sabine Wachs is een ontwerpster van deze tijd. Zij was leerlinge van prof. Werner. Zij heeft in de jaren negentig een prachtig en tijdloos servies ontworpen dat de naam “Wellenspiel. ”kreeg  Ook de populaire kerstvingerhoed “de Hulst”is van haar hand, evenals de prachtige veldbloemen, de klaproos en de korenbloem.

Er valt natuurlijk nog veel meer te vertellen over Meissen. U weet nu dat iedere vingerhoed van Meissen een historische achtergrond heeft en dat zijn oorsprong bij designers van naam ligt. Het zijn en blijven unieke en kostbare kunststukken die de tand des tijds zullen overleven