Vingerhoeden waren zo alledaags dat er tot voor kort vrijwel geen aandacht aan besteed werd, zeker niet door archeologen. Daardoor was er weinig bekend over hun geschiedenis, wat zowel in Nederlandse als buitenlandse musea leidde tot verkeerde dateringen. Het oudst bekende voorwerp dat werd gebruikt om naalden door stof heen te drukken is de druksteen, die in de palm van de hand werd gehouden en waarmee naalden van been of ivoor door de stof heen werden gedrukt. De druksteen werd in de late steentijd gebruikt. In Eilsleben bij Maagdenburg is een dergelijke druksteen gevonden van ongeveer 7000 jaar oud met putjes zoals ze in vingerhoeden voorkomen. Metalen vingerhoeden werden pas gemaakt toen de naalden van staal werden gemaakt. De oudst bekende staalproductie vond in China plaats. De oudste vingerhoeden zijn ook in China gevonden en dateren uit de late Han-dynastie (ca. 100-220). Ze hadden geen top en waren dus eigenlijk naairingen. De oudst bekende vingerhoeden die voorzien zijn van een top, zijn gemaakt in Afghanistan, waarschijnlijk door de Sassaniden (224-642). In Europa werd de vingerhoed pas in de negende tot twaalfde eeuw geïntroduceerd, in het byzantijnse gedeelte van Korinthe. Deze waren van het Chinese model en waarschijnlijk zijn ze via de zijderoute naar Europa gekomen. Gesloten vingerhoeden zijn aangetroffen in Spanje, voornamelijk in Andalusië. Deze vingerhoeden waren door de Moren gemaakt.
Aardappelkrabbers, ook wel pijpenkoppen genoemd, zijn een soort vingerhoedjes die werden gedragen bij het rooien van de aardappels. In de 19e eeuw werd veel gebruik gemaakt van straatvuil als bemesting voor het land. Het was dus nodig om de vingers te beschermen tegen stenen, glas en scherven. Het rooien van de aardappel vergde zijn eigen techniek. Het loof moest eerst van de aardappelstronk verwijderd worden. Vervolgens kon de aardappel nog 2 weken verharden in de grond. De grond werd dan met de spade losgewoeld, waardoor de aardappel naar boven gewoeld werd. Het was zwaar werk, voornamelijk voor de rug.
Dit beeld refereert aan de aardappelteelt in vervlogen tijden. Half september kwamen de aardappelkrabbers in actie, arbeiders en arbeidsters, gewapend met blikken dopjes om de vingers, kruipend over het aardappelveld, om de knollen uit de grond te delven. De aardappelkrabbers dienden ter bescherming van de vingers aangezien er vaak glas en messtoffen in de bodem zaten.